Ik vind dat een inspirerende verhaal je vaak een inzicht geeft en weer even laten zien waar je staat.
Er ligt een vogel te creperen in een vrieskoude weiland.
Een man loopt langs en hoort de vogel. Jij overleeft de nacht niet, denkt de man, kijkend naar het zielige bundeltje verlepte veren. Dan ziet de man een dampende koeienvlaai en hij duwt het verkleumde beestje in de stront.
Zo lukt het je misschien de nacht door te komen, denkt de man, en hij loopt door. Een halfuur later komt er een andere man langs. Hij hoort de opgewarmde vogel uitgelaten kwetteren.
Wie heeft jou hierin gedrukt, denkt de andere man, waarna hij het vogeltje naast de vlaai zet. Voor de eerste zonnestralen hem kunnen verwarmen, sterft de vogel van kou en uitputting.
Ergo: zij die je in de stront duwen hebben niet altijd het slechtste met je voor, zij die je uit de stront trekken doen niet automatisch het goede, en zij die in de stront zitten moeten vooral niet te luid kwetteren.”
– Ronald Giphart in ‘Ik Omhels Je Met Duizend Armen’