Loop jij ook steeds tegen dingen aan? Je weet precies waar het aan schort bij jezelf, maar je komt maar niet over het punt heen om actie te ondernemen om je doel te bereiken of te verwezenlijken. Dit doel kan van alles zijn. Zoals het creëren van meer zelfvertrouwen, positiviteit en tevredenheid in je leven of het stoppen met een bepaalde gewoonte, het geven van een wending aan jouw leven of het vinden van jouw doel.
Neem even de tijd. Vanavond, voor het slapen gaan. Benodigdheden: pen en papier en een rustig moment voor jezelf.
Schrijf op ieder vel de volgende woorden: omgeving, gedrag, vaardigheden, overtuiging, identiteit, missie. Ga op ieder vel staan en adem een paar keer diep in en uit. Voel wat er in jou opkomt bij de woorden die op het vel papier staan. Schrijf een aantal steekwoorden op die in je op komen.
Omgeving
Hoe zie jij je eigen omgeving?
Vrolijk, licht, ruim, liefdevol? Of wat somberder, instabiel, donker? Of een mix van dit alles?
Het maakt niet uit. Wat in je opkomt, alles is goed. Schrijf op hoe jij je eigen omgeving ziet.
Gedrag
Hoe is je eigen gedrag? Op andere mensen? Maar ook op die van jezelf? Hoe gedraag je je in jouw omgeving? Ben je zorgend, communicatief, bemoederend, krachtig, overheersend of juist op de achtergrond? Laat je jezelf of nog niet genoeg naar jou gevoel? Alles is goed. Observeer je gedrag en schrijf op wat in je op komt.
Vaardigheden
Wat zijn je vaardigheden in jouw omgeving? Wat doe je op dit moment in jouw omgeving? Werken, zingen, tekenen, zorgen, huishouden, praten. Wat doe je zoal in jouw omgeving op een dag?
Wat is jouw overtuiging?
Waar sta je voor in jouw leven? Wat vind jij belangrijk? Is dat mededogen, plicht, zorg, vrolijkheid, plezier, natuur, liefde? Wat vind jij belangrijke thema’s in jouw leven?
Wat is jouw identiteit?
Wie ben je? Schrijf op wat in je opkomt. Ben je mooi, behulpzaam, opgewonden, perfectionistisch, liefdevol, overtuigend, sterk, moedeloos, lief, zachtmoedig, vriendelijk, creatief. Alles is goed. Ga stevig staan en schrijf op wat in je opkomt.
Als laatste:
Wat is jouw missie?
Waar wil je naar toe werken? Wat vind je van jezelf een uitdaging om aan te werken? Bijvoorbeeld meer plezier in mijn leven, meer zelfvertrouwen of meer kracht of positiviteit.
Je ziet dat je tijdens al deze stappen al heel veel van jezelf hebt geleerd en dat je dus eigenschappen in je hebt om je missie te bereiken. Soms zie je alleen maar het doel wat je voor ogen hebt en ben je gefrustreerd dat je dat doel maar niet bereiken kan.
Dit kan een obstakel of blokkade worden in het bereiken van dat doel. Je ziet niet meer welke eigenschappen je zelf bezit en die je al zo vaak gebruikt in jouw leven. Sommige eigenschappen gebruik je vaak, andere eigenschappen zitten wat onder het stof. Maar ze zijn allemaal aanwezig. De laatste stap, je missie, is het doel waarnaar je werkt. Dat gaat je lukken. Kijk maar eens terug naar al die eigenschappen en kenmerken die je in je hebt en die je hebt opgeschreven. Dit komt uit je gevoel, uit jouw kracht.
Draag de positieve eigenschappen uit en vertrouw erop dat je op weg bent en jouw pad loopt naar jouw uitdagingen om die aan te kunnen. Neem al die eigenschappen mee naar jouw missie. Wat is jouw missie en kijk eens goed welke eigenschappen je kunt gebruiken die je tijdens je weg al hebt ontwikkeld.
Het is niet het doel op zich, maar de weg ernaar toe die je leidt naar jouw missie in het leven.
Maak jij je druk wat andere mensen van je denken? Twijfel je vaak (aan jezelf)? Doe jij teveel voor anderen en te weinig voor jezelf? Vergroot je zelfvertrouwen met de 21 stappen plan. Lees meer en bouw aan je zelfvertrouwen…
